Materiaal: spel kaarten
Mensen zitten in een kring op stevige stoelen
of banken. Iedereen krijgt een kaart uit een spel kaarten en onthoudt of dit
schoppen, harten, ruiten of klaveren is. Iemand heeft de pot (van een
kaartspel), en draait de bovenste kaart om. Als het harten is, moet iedereen
die harten had 1 stoel naar links. Als daar al iemand zat, dan moet je dus bij
diegene op schoot zitten. Het kan een fikse stapel worden!
(Als je iemand op schoot hebt kun je je niet
verplaatsen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten