Materiaal: Een zogenaamde strippenkaart, opdrachten, pen en eventueel een opdrachtenkaart
Spelvoorbereiding: Een strippenkaart maak je als volgt: verdeel een A4-vel door middel van vouwen in 20 vakjes. Knip de lengtevouwen door. Je hebt nu stroken van 5 vakjes. Plak nu vakje 5 van strook 1 op vakje 1 van strook 2 enz. Zo krijg je 1 lange strip van 16 vakjes. Heb je meer dan 16 aanduidingen nodig, dan maak je de strip natuurlijk langer. Nu de aanduidingen nog:
- Kopieer stripfiguren zoveel als je er nodig hebt.
- De figuur die naar rechts kijkt en loopt, moet je gebruiken om aan te duiden dat men rechtsaf moet. Het cijfer dat je op z’n voet zet, geeft aan welke straat rechts genomen moet worden.
- De figuur die naar links kijkt en loopt, duidt aan dat linksaf gegaan moet worden.
- De figuur met het vel papier in z’n handen duit aan dat ergens in die straat een opdracht uitgevoerd moet worden.
Spelverloop: De groep loopt aan de hand van de strippenkaart de route.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten