zondag 30 september 2012

Levend bingo

Materiaal: Strookjes papier, pennen, (grote) dobbelsteen.
Spelvoorbereiding: Een hele lijst met vragen en opdrachten maken.

Spelverloop: Alle spelers krijgen een blaadje waarop in willekeurige volgorde de cijfers 1 t/m 6 moeten worden gezet. Ieder speelt voor zich, bij een grote groep deze in kleine verdelen. De spelleider gooit met de dobbelsteen bijv. 3. Alle spelers die het cijfer 3 bovenaan hebben staan, moeten de eerste opdracht uitvoeren, of een vraag beantwoorden.



Voorbeeldvragen:
- Hoeveel is de Marathonafstand?
- Bij welke sport staan er 15 spelers in een team?
- Welk stuk staat er bij schaken bij het begin naast de toren?
Opdrachten:
- Een bal in de mand gooien.
- Pijltjes werpen.
- Een grote puzzel in elkaar leggen binnen een bepaalde tijd.
- Een aantal letters omhoog houden, zodat er een goed Nederlands woord wordt gevormd.
- Een lied zingen.
- Ballen laten knallen. Enz.
Wordt een vraag verkeerd beantwoord of een opdracht niet goed uitgevoerd, dan moet het cijfer onderaan het blaadje gezet worden en bovenaan doorgestreept. Is het wel goed dan wordt het cijfer alleen doorgestreept.

Je kunt dit spel op verschillende manier spelen:
1. Wordt er met een heel grote groep gespeeld dan zullen veel spelers telkens het zelfde getal bovenaan hebben staan. In dat geval treden 1 of meer vertegenwoordigers op, die met elkaar voor de hele groep de vraag of opdracht uitvoeren. Gebeurt dit goed dan mogen ze allemaal het cijfer doorstrepen. ZO niet, dan moeten ze het allemaal onderaan zetten.
2. Laat de spelers de antwoorden op een vraag eventueel opschrijven en controleer het dan om elkaar napraten te voorkomen of geef ze verschillende vragen (let op moeilijkheid).
3. Bij een groot aantal spelers kun je ook groepjes maken die samen een spelkaart hebben i.p.v. individueel.
De spelregels voor dit spel kunnen dus variƫren naar eigen inzicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten