Materiaal: Jeu de boules ballen en één klein balletje.
Spelverloop: Jeu de boules is een behendigheidsspel, dat men met twee groepen tegen elkaar speelt, waarbij het erom gaat de grote ballen zo dicht mogelijk bij het kleine balletje te werpen of te rollen.
De belangrijkste spelregels:
1. Het spel wordt gespeeld door twee groepen van 3 of 4 spelers.
2. Elke speler speelt met twee ballen (hout, metaal of plastic).
3. Het doel is het kleine balletje (cochonnet).
4. Door loting tussen de aanvoerders wordt beslist wie de uitworp heeft.
5. De uitworp moet vanaf een getrokken lijn.
6. Eén van de spelers van de partij die de uitworp heeft, werpt het kleine balletje ongeveer 6 à 10 meter weg.
7. Degene die het balletje heeft geworpen begint te spelen.
8. Nadat één bal is gespeeld mag er geen enkele oneffenheid meer van het speelveld verwijderd worden.
9. Een eenmaal geworpen bal mag niet worden overgegooid.
10. De spelers moeten achter de beginlijn blijven tijdens het gooien.
Wijze van spelen:
De uitwerper probeert met één van de twee ballen zo dicht mogelijk bij het kleine balletje te gooien.
Hierna probeert een speler van de tegenpartij dichterbij het kleine balletje te gooien. Deze speler of één van zijn medespelers mag nu nog een bal werpen. Dan is de andere partij weer aan de beurt. Deze wisseling gaat door totdat alle spelers beide ballen hebben gespeeld.
Puntentelling: De ploeg waarvan één of meer ballen het dichtst bij het kleine balletje ligt/liggen heeft de ronde gewonnen. De winnende ploeg heeft de uitworp van de volgende ronde. Elke bal die dichterbij ligt dan de dichtstbijzijnde van de tegenpartij levert één punt op. Winnaar is de ploeg die het eerst het afgesproken aantal punten (bijv. 15) heeft behaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten