Levend kwartet (bewegingen)

In dit spel staan de bewegingen centraal.
Spelvoorbereiding: Vervaardig 10 kwartetten van 4 kaarten, totaal dus 40 kaarten.
 De kaarten kunnen als volgt worden gemaakt:

GEZICHT	GEZICHT	GEZICHT	GEZICHT
1. verliefd	1. verliefd	1. verliefd	1. verliefd
2. haat	2. haat	2. haat	2. haat
3. somber	3. somber	3. somber	3. somber
4. onverschillig	4. onverschillig	4. onverschillig	4. onverschillig

Op deze wijze maak je de 4 kaarten voor de volgende kwartetten:

HANDEN	ARMEN	STEM	BENEN	LICHAAM
1. terughoudend	1. woede	1. angst	1. agressie	1. blij
2. vrijgevig	2. verlangen	2. verdriet	2. aarzelen	2. lui
3. krampachtig	3. verlegen	3. vermoeid	3. ongeduldig	3. gekheid
4. wisselvallig	4. schrik	4. instemmend	4. rust	4. depressief

STEM + LICHAAM	ARMEN + BENEN	ARMEN + STEM	HANDEN + STEM	HANDEN+ GEZICHT
1. verdriet	1. opgewekt	1. vrolijk	1. afkeurend	1. wreedheid
2. zenuwachtig	2. gespannen	2. medelijden	2. gemeen	2. triest
3. verlegen	3. ontspannen	3. verstandig	3. slaperig	3. goedkeurend
4. uitbundig	4. gejaagd	4. uitzien	4. opgeruimd	4. bleu

Spelverloop: Het maximaal aantal deelnemers is 40. Elke speler krijgt dan 1 kaart, minder dan 40 kan natuurlijk altijd. Spelers kunnen dan meerdere kaarten hebben. Je kunt met je hele lichaam verschillende bewegingen ma-ken en hiermee iets zeggen, iets uitdrukken. Bijvoorbeeld met je gezicht: je kunt blij zijn, verdrietig, boos, enz. Dit moet je dan alleen met je gezicht uitbeelden.

Ook met een combinatie van lichaamsdelen kun je bepaalde gevoelens uitdrukken: bijv. handen + stem: gemeen zijn, slaperig zijn enz. Noodzaak bij dit spel is, dat de spelers precies uitdrukken of spelen wat op hun kaart staat en wat wordt gevraagd.

Dit spel gaat als volgt: Speler A, die kwartet ‘armen’ wil krijgen, vraagt aan speler B: ‘Heb jij armen?’ Zo ja, dan gaat de speler B uitbeelden welke hij heeft van dit kwartet. Speler A moet dan raden aan de hand van zijn eigen kaart, waarop de bewegingen staan, welke beweging speler B uitbeeldt. Is het goed dan mag de speler A de kwartetkaart hebben en verder vragen. Was het fout dan mag speler B verder met vragen.