Materialen: geen
Spelverloop: Je fluistert een speler een paar zinnen in het oor. In die zinnen gaat het bijv. over muziek, muziekinstrumenten of muziekstukken. Bijv. ‘Jan kan al erg goed pianospelen. Hij speelt de stukken van Chopin’. De speler moet deze zinnen in het oor van de volgende speler fluisteren. Dit doorfluisteren moet zo snel mogelijk gebeuren. De laatste speler zegt de zinnen hardop voor de groep. Klopt het of niet? Dan begin je bij een andere speler opnieuw met andere zinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten