dinsdag 28 april 2015

Chinese muur

Materialen: geen

Alle leerlingen staan op één rij aan 1 kant van het speelveld, 1 leerling staat in het midden.
De gevarenzone, waar je gevangen genomen kan worden moet aangeduid worden en is ongeveer 6 meter breed.

Op het fluitsignaal mogen alle leerlingen overlopen. De leerling(-en) die in het midden staat(n) probeert (proberen) één of meerdere leerlingen aan te tikken. Degene die aangetikt is gaan op 1 lijn naast elkaar staan met de benen gespreid. De leerlingen mogen telkens aanlopen op het fluitsignaal. De leerlingen die nog niet aangetikt zijn mogen de andere leerlingen aflossen door tussen de benen van de aangetikten te kruipen. Deze zijn dan verlost op voorwaarde dat de leerling die onderdoor kruipt niet aangetikt wordt. De leerling(-en) die in het midden staat(n) probeert (proberen) de muur vol te bouwen. De andere leerlingen proberen de muur af te breken.

Ballonvoetbal

Materialen: ballonnen (2 kleuren), touwtje om ballon vast te maken

Je verdeelt de kinderen in groepen van 4 of 6 personen. Elke groep krijgt een eigen kleur ballonnen, en bindt deze met een touwtje van een halve meter om de enkel.
Nadat je dat gedaan hebt moeten zij proberen om bij elkaar de ballonnen kapot te stampen. Degene waarvan de ballon kapot is mag niet meer meedoen. De kleur waarvan er als laatste een overblijft heeft gewonnen.
Dit duurt ongeveer 10-20 minuten(bij een groep van 15 personen), en is zeer leuk om te zien als leiding zijnde. Kortom een fantastisch spel.

123 start



Materialen: geen

 Iedereen staat in een kring, op ééntje na. Deze persoon in het midden gaat naar 2 personen. Hij steekt zijn hand tussen die twee en roept 1, 2, 3, start! Bij start gaan die twee personen rond de kring rennen. Wie als eerste weer terug is, heeft gewonnen. Deze mag naar het midden van de kring.

Schoenenrace

Materialen: geen

De spelers worden verdeeld in twee groepen. Alle rechterschoenen van de spelers worden op een stapel gelegd aan het einde van de ruimte. Zodra het sein wordt gegeven gaat de eerste speler van elke groep naar zijn stapel en zoekt zijn eigen schoen op, trekt hem goed aan en rent terug en tikt de volgende speler aan, die daarna hetzelfde doet,
Welke groep is het eerst weer geschoeid?
Als de groep niet zo groot is kan je ook alle schoenen op een hoop leggen waardoor beide partijen in dezelfde stapel moeten zoeken.

Liedjesestafette


Materialen: geen

De groep wordt in 3 a 4 groepen verdeeld Men krijgt van tevoren wat bedenktijd. De spelleider geeft het start teken en het eerste groepje begint met een liedje. Zij worden afgekapt en een volgend groepje wordt aangewezen en begint met zingen. Een groep is af wanneer het een liedje zingt dat al geweest is of al ze geen liedje meer weet. Zo gaat het door tot er nog maar één groepje over is.

Levend Boter Kaas en Eieren


Materialen: petjes / sjaaltjes / shirts

De spelers vormen 2 groepen. De kruisjes en de rondjes. Met verschillende kleuren petjes of sjaaltjes kun je de groepen van elkaar onderscheiden.
De spelregels zijn hetzelfde als voor boter, kaas en eieren. Om beurten gaat een van de spelers van elke ploeg in een vakje staan. De ploeg die 3 van zijn spelers op een rij heeft (horizontaal, verticaal of diagonaal), scoort een punt.

Kleuroverlopertje


Materialen: geen

Alle kinderen gaan in een rij staan aan de kant. Een kind gaat in het midden van de zaal staan(of veld buiten). Het kind dat in het midden staat, zegt een kleur.
Bijvoorbeeld: blauw.
De kinderen kijken naar hun eigen kleren en als ze de kleur blauw in hun kleren hebben, moeten ze de kleur vasthouden en naar de overkant lopen. Als de kinderen gaan blauw in hun kleren hebben, dan moeten ze naar de overkant rennen want nu mag het kind dat in het midden van de zaal staat diegene tikken.
Je kunt het spel ook met meerdere tikkers spelen.

Grijp de stok

Materialen: stok

De kinderen staan in een kring, met in het midden een kind, dat het spel begint. Laatstgenoemde houdt met een hand de stok overeind. Op het moment dat hij de stok loslaat, noemt hij de naam van een van de andere spelers. Deze moet proberen de vallende stok te pakken, voordat deze op de grond valt. Lukt dat, dan mag hij de plaats innemen van de speler in het midden. De stok moet natuurlijk zo verticaal mogelijk gehouden worden, zodat deze langzaam valt.

Fruitmand


Materialen: geen

Alle spelers staan of zitten in een kring. Iedereen heeft een stoel of hoepel o.i.d. De spelleider geeft iedereen een fruit naam bijvoorbeeld appel, banaan of peer. (De spelleider zelf ook.) De spelleider staat in het midden en zegt bijvoorbeeld peer. Op dat moment moeten alle “peren” van plaats verwisselen (niet naar dezelfde plaats terug) en probeert de spelleider een plaats te bemachtigen. De speler die geen plaats heeft blijft in het midden en noemt op zijn beurt ook weer een van de drie vruchten. Er is echter nog een andere mogelijkheid. Zegt de speler namelijk Fruitmand, dan moet iedereen van plaats verwisselen (niet stiekem een plaatsje opschuiven). De speler die dan overblijft staat dan in het midden.
Let op: als je in het midden staat maakt het niet uit of je op de plaats van een appel of peer terecht komt terwijl je zelf banaan bent. Je blijft deze vrucht voor de rest van het spel.

Flessen gooien



Materialen: flessen met water, bal

In twee velden staan twee teams. In het middenveld staan aan beide kanten een paar flessen gevuld met water. Met een bal probeert een team de flessen van de tegenpartij om te gooien. Zodra deze is om omgegooid mag iemand hem weer recht zetten. Welke fles is het eerst leeg of zit het minste in na een bepaalde tijd?
 
Variant: De flessen kunnen ook in het veld van een team staan, zodat deze beschermd kunnen worden. De velden moeten dan wel dichter (tegen) elkaar aan liggen en zachtere ballen is aan te raden.

Blind tikkertje

Materialen: geen

Iedereen met de ogen dicht. Er is 1 tikker, een (of meer) vanger(s) en de rest. De tikker is er om loslopende mensen op te sporen en ze te tikken. Ze gaan dan stokstijf stilstaan en maken een geluid, zodat de vanger ze kan vinden. Als die ze opgespoord heeft, moeten ze naar een hoek toe buiten het speelveld.
Schijnt het leukst te zijn voor de toeschouwers, want iedereen die meedoet houdt haar ogen dicht.

Commando

Materialen : geen

Aantal personen : minimaal 5
Leiding : minimaal 1, liefst 2

Omschrijving:
De kinderen staan in een kring. De spelleider staat middenin en geeft commando's, die de kinderen moeten opvolgen maar alleen als er commando voor wordt gezegd.
Er wordt dus bijvoorbeeld gezegd; staan, zitten, commando handen omhoog, staan. Waarna de kinderen alleen maar de handen omhoog hebben gedaan en verder niets.

Mogelijke commando's:
Zitten
Staan
Handen omhoog
Handen omlaag
Springen
Bukken

Optionele regels:

Contracommando: Gelijk aan de andere regels alleen moeten de kinderen nu het tegenovergestelde uitvoeren. Staan wordt dus zitten, springen word bukken enz.
Tafelcommando: Je zit nu aan tafel en gebruikt alleen je handen die op vooraf afgesproken commando's bepaalde bewegingen maken. Commando rug is bijvoorbeeld handen plat op tafel, commando zij is de handen op hun zij enz.
Voorbeeld zinnen:

Als je het spel vaker doet ga je steeds sneller de commando's opnoemen en meer verschillende commando's opnoemen.

De scheve toren


Materialen:
- Tafels
- Stoelen
- Krukjes
- Banken

Duur:    30 min.
Leiding:    Een per groepje

Omschrijving:
De deelnemers worden opgedeeld in groepen. Elke groep krijgt evenveel meubels tot zijn beschikking. Hiermee moeten ze een zo hoog mogelijke toren maken binnen een bepaalde tijd. Door na te denken en goed te overleggen, wordt de beste toren gemaakt. Voor de leiding is het belangrijk om goed te letten op de veiligheid. Zorg ervoor dat er geen torens omvallen.

Optionele regels:
Geen enkel meubel mag nu nog op zijn normale manier staan, dus de stoelen mogen niet met de poten naar beneden staan.

Buffeljacht

Materialen
•    stempels of verschillende kleuren van stiften
•    kaartjes met kolommen van pijlen, pijlpunten en bogen
•    kaartjes met buffels
•    3 begeleiders op post
•    1 of meer leiding als buffel
•    kinderen als indianen op buffeljacht
•    buffelkleding

Situatie
Er zijn drie posten waar een leider stempels zet of de kaart afkruist:
1. pijlen
2. pijlpunten
3. bogen

Spel
De buffels lopen rond door het bos en hebben kaartjes met buffels erop bij zich.  De indianen moeten nu langs alledrie de posten lopen om daar hun kaart te laten afstempelen om een boog, pijl dan wel punt (maximaal 1 tegelijk) te verkrijgen.  Voordat ze zo'n stempel krijgen, moeten ze eerst een liedje (telkens een ander) zingen.  Als ze ze alledrie hebben, kunnen ze op jacht gaan op buffels (= tikken).  Hebben ze die te pakken dan streept die de rij stempels door,  zodat ze hun pijl, punt en boog verliezen (die steken namelijk in de buffel), maar krijgen ze in ruil daarvoor een kaartje met een buffel erop.

De buffels hebben echter een nog actievere rol:  zij laten zich natuurlijk niet zomaar afschieten!  Zij rennen door het bos en als ze een indiaan tegenkomen die nog niet alledrie de wapens heeft, kunnen ze die aanvallen (= tikken).  Daarbij zal de indiaan al zijn tot dan toe veroverde wapens (pijl, boog of punt) verliezen.  Bovendien moet hij ook een kleine opdracht uitvoeren (5 x pompen, 10 rondjes om zijn/haar as draaien, enz.).  Om de buffels een klein beetje speling te geven, moet iedereen een afstand van ongeveer 10m. bewaren als ze bezig zijn met een indiaan.
Het gaat erom welke indiaan de meeste buffels kan vangen (= buffelkaartjes veroveren).  Deze indiaan wordt buffel-jaag-opperhoofd.






(bron spel cd stavoor)


Touwtrekken op kratjes

Materiaal: 1 touw om te touwtrekken, 2 kratjes

Dit spel is een variant op touwtrekken, echter in plaats van 2 groepen tegen elkaar strijden nu 2
personen tegen elkaar.


Laat twee deelnemers ieder op een kratje plaatsnemen en geef ze het touw aan. De bedoeling van het spel is je tegenstander van het kratje af te laten stappen. Dit kan door hem van het kratje af te trekken, maar ook door het touw te laten vieren als je tegenstander trekt.

Tijdens het spel mogen de spelers het touw niet laten vallen, maar wel laten vieren. Uiteindelijk moeten de spelers het touw wel blijven vast houden, dus als je bij het uiteinde van het touw komt, kan je het niet meer laten vieren.