vrijdag 11 juli 2014

Verliezen = winnen !

Materiaal: Diverse spelletjes voor 2 personen.

Spelverloop: Er worden tweetallen gevormd, zodat er een A en een B groep ontstaat. De tafels staan in een lange rij of kring, zodat de spelers tegenover elkaar kunnen zitten. Groep A aan de ene en groep B aan de andere kant. De spelers gaan nu het spel, waarbij ze zitten, spelen volgens de normale regels, maar proberen te 'verliezen'. We wisselen bijv. om de 10 minuten.

Puntentelling: Wie 'verliest' en dus nu de winnaar is, krijgt 2 punten, de ander geen punt, bij remise ieder 1 punt. Na iedere spelronden noteert de spelleider de punten voor de A en voor de B groep.

Spel 1: Dammen
Wie is het eerst alle stenen kwijt? De normale spelregels blijven van toepassing. Wie het eerst z'n witte of zwarte stenen kwijt is, is winnaar. Als de speeltijd om is, is dié speler winnaar die het minste stenen heeft (een dam telt voor twee). Hebben beide spelers evenveel stenen, dan is het remise.

Spel 2: Schaken
Wie is het eerst al z'n stukken kwijt? Ook hier blijven de gewone regels van toepassing, behalve dat de koning ook geslagen kan worden en je moét slaan. Als de speeltijd om is, tellen we de stukken die nog op het bord staan; koning=10, koningin=8, loper=6, paard=4, toren=2, pion=1. Wie de minste punten heeft, is winnaar.

Spel 3: Sjoelen
Wie heeft na drie gooibeurten de minste punten? We passen de gewone spelregels toe, iedereen mag drie keer gooien. De puntentelling is als volgt: de stenen die over zijn, worden geteld: 1 punt per overgebleven steen. De winnaar is de speler die de minste stenen over heeft.

Spel 4: Domino
Wie heeft de meeste stenen? Elke speler krijgt een bepaald aantal stenen. Twee stenen houden we over om te gebruiken als 'startstenen'. We leggen de eerste 'startsteen'. Je moét altijd een steen aanleggen als dat mogelijk is. Als je niet kunt aanleggen, moet je twee stenen terugleggen in de 'pot'. Als het spel vastzit, beginnen we opnieuw met de tweede 'startsteen'. Degene, die de meeste stenen over heeft als de speeltijd voorbij is, is win-naar.

Spel 5: Pijlwerpen
Wie behaalt de minste punten? De ruimten op een pijltjesbord tussen twee cirkels geven een aantal punten aan. Als het mogelijk is de punten die staan aangegeven wijzigen zodat de 'roos' het minste aantal punten aangeeft, oplopend naar de buitenste cirkel met de meeste punten. Als het niet kan worden gewijzigd, alle pijltjes die bui-ten het bord terecht komen hetzelfde aantal punten geven als de roos, dan moeten de spelers dus wel op het bord gooien. Winnaar is degene met de minste punten.

Spel 6: Mens erger je niet
Wie heeft de minste pionnen binnen? Beiden spelers kiezen hun eigen kleur. Probeer zo min mogelijk pionnen binnen te krijgen. Wel de gewone spelregels handhaven, maar een pion van de tegenstander slaan, doe je zo weinig mogelijk. Als de speeltijd om is, kijk je wie de minste pionnen binnen heeft. Is dat aantal gelijk, kijk dan wie de meeste pionnen nog op 'stal' heeft staan. Is dat ook gelijk dan is diegene winnaar die zijn achterste pion het dichtst bij de 'start' heeft staan. Remise is ook mogelijk.

Spel 7: Stratego
Wie heeft de minste stukken over? De gewone spelregels gelden. Een speler kan steeds op een bom lopen als hij die heeft gevonden. Zijn tegenspeler kan dat voorkomen door er stukken voor te zetten die dan eerst moeten worden geslagen. Het gaat er niet om de vlag te pakken te krijgen, maar om zo min mogelijk stukken over te houden. Winnaar is degene die de minste stukken over heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten